Skip to main content

Als er 1 trainer/coach is die zijn veelzijdigheid meerdere malen heeft laten zien aan de hockeywereld dan is het wel Richard de Snaijer. Van jong tot oud zijn de fans geboeid vanaf het eerste moment dat hij ze traint en hen vol passie zijn visie en strategie uitlegt en toont. Van veldhockey tot zaalhockey, van jeugd tot senioren en vooral ook wereldwijd. De oud HDM, HC Rotterdam en Klein Zwitserland Heren 1 speler was onder meer strafcorner specialist en speelde ruim 10 jaar lang de sterren van de hemel. Inmiddels schittert hij al jarenlang als trainer/coach en op dit moment is hij o.a. werkzaam bij de Zuiderburen in Brasschaat, de KHC Dragons, waar hij trainer is van de U19 en Heren 2 teams.

Richard, vertel ons, hoe bevalt het tot nu toe in België ? Het bevalt me prima hier, het is wel een totaal andere cultuur en niet te vergelijken met Nederland. Die uitdaging is echter prima want het is een mooie club met een sterke balans tussen tophockey en het sociale aspect. Het zijn echt familieclubs hier in België, ze hebben een goede sfeer en mooie mindset.

Er zijn veel zaken anders geregeld in België maar toch ook weer niet. Wat is voor jou het grootste verschil als je het vergelijkt met je vorige club Laren? De verschillen zijn niet heel erg groot, de intensiteit van de trainingen zijn gelijkwaardig, maar de invulling is professioneler. We hebben bijvoorbeeld een professionele looptrainer voor de 1e maar ook voor de 2e We staan altijd met 2 trainers op het veld, maar het grootste verschil is wel dat de betrokkenheid van de Heren en Dames 1 spelers bij de club erg groot is. Dit is bij Laren overigens ook wel geprobeerd door een aantal mensen uit het bestuur, maar niet helemaal uit de verf gekomen, terwijl hier door ongeveer 75% van de beide 1e teams training wordt gegeven aan de hele jeugdlijn (top en breedte).  Het is vrijwillig, ze doen het voor de club. Dit zou eigenlijk normaal moeten zijn op iedere club. Het is een keuze die je maakt vanuit een visie die belangrijk is om je clubdoelstelling te halen. Een jeugdspeler kijkt snel op tegen een senior speler en die energie is positief. Voor onderbouw en middenbouw. Want dat is namelijk de breedte van de piramide en daar is een club op gebouwd.

Hockey wordt telkens professioneler en dat uit zich niet alleen bij de senioren, ook onze topjeugd en 2e teams moeten soms aan een stevig trainingsschema geloven. Hoe kijk jij hier tegenaan? Wat ik merk is dat de hockeybond duidelijk aangeeft dat je tot U14 niet moet selecteren om zo het plezier te behouden en een goede keuze te kunnen maken. Daar sta ik 1000% achter. De opleidingsteams daarentegen hebben een grote groep. Bij U16 starten ze met een mannetje of 30. Gedurende het jaar wordt deze gehalveerd omdat ze naar toernooien gaan. Dan traint een deel niet mee. Daarin spreken ze zichzelf tegen. Want je wilt graag breed opleiden. Zo zou je bijvoorbeeld het 1e toernooi bv met alle 1e jaars kunnen doen, het 2e toernooi met alle 2e jaars etc. Dan heb je nl alle kinderen getraind. Breed opleiden is belangrijk en vermindert de druk. Een 1e lijns team uit de C jeugd moet niet 4x intensief trainen, maar in plaats daarvan doe je 1x een andere sport. Zorg voor voldoende belasting, maar toch gezond opbouwen. Het plezier element moet voorrang hebben tot 14 jaar.

Je moet plezier hebben om een prestatie neer te zetten, maar je moet ook een prestatie neer zetten om er plezier uit te halen”.

De balans moet dus gewoon zichtbaar blijven. Bij de Dragons trainen we U14-1 en U14-2 (C jeugd) gezamenlijk. Dat gebeurt ook bij de U-12 (D-jeugd) voor de 1e en de 2e Dat wil niet zeggen dat we de onderliggende teams vergeten. Die ene speler uit de JD7 die opvallend speelt maakt kans om 1x in de week mee te trainen met de 1e twee teams. Er zit altijd een beloningsvorm in voor de 3e, 4e, 5e enz. teams. Dat werkt. Op dit moment zie je al meerdere jongens uit de 4e teams meedoen bij de 1e teams omdat het gaat om de algehele houding. Niet alleen techniek maar ook gedrag en ambitie. Kinderen moeten op eigen niveau blijven trainen.

Nederland is voorloper op het gebied van hockey als je het vergelijkt met andere landen. Toch zie je dat andere landen sneller aansluiten dan voorheen. Over het niveau van het WK Hockey Dames werd kritisch gekeken naar de tegenstanders van Oranje, maar toch bleken de Ierse Dames flink van leer te trekken in hun finale. Ben je het met het wedstrijdsysteem eens? En wat is je opinie over de Pro Hockey League. Ik heb niet precies het inzicht welke gedachte achter het WK systeem zit, maar topsport is gewoon hard. Je zult moeten bikkelen om aan de top te komen. Dat gezegd hebbende moet je wel kijken naar het niveau van de teams. Als het niveau van de tegenstander laag is dan kan dat jouw niveau naar beneden halen. De x-factor zit’m bij je jeugdopleiding. Ierland heeft er bijvoorbeeld duidelijk voor gekozen om de opleidingen te verbeteren. Desnoods met kennis van buitenaf. Als je echter naar de Pro Hockey League kijkt dan ben ik bezorgd. Het doel ervan was om de hockeysport te promoten, maar er doen alleen maar toplanden aan mee. De landen die het nodig hebben, zoals bijvoorbeeld Zuid-Afrika, Spanje, Polen, USA en Maleisië doen niet mee. Die worden er dus niet beter van. Hoe zit het dan met de promotie van de sport? Promoot de sport in de landen die het nodig hebben en niet daar waar ze het niet nodig hebben. Zo kun je ervoor zorgen dat je gezamenlijk het niveau omhoog haalt en dat dus niet altijd dezelfde landen op 1, 2 en 3 staan. Bij de heren is de competitie misschien wat spannender. Aan de dames kant is de competitie minder spannend, daar moet, mijns inziens, gehamerd worden op het feit dat er meer landen een kans moeten krijgen. Daarnaast moet gezorgd worden voor continuïteit qua opleiden. Wereldwijd. Met een gedegen opleiding voor de trainers. Echter, “Never confuse education with intelligence”. Dus niet alleen goed opleiden, maar ook naar kwaliteit kijken, waarbij je de volgende vragen moet stellen: “Ben je een goede trainer met een papiertje? Hoe zorg je ervoor dat opleiden beter wordt? Staat dat papiertje garant voor een kwalitatief hoge trainer?” Blijf dus kritisch. Er moeten kansen worden gecreëerd om beide type trainers aan de bak te krijgen, wat weer zal resulteren in beter resultaat in de teams.

Naast Nederland en België ben je ook vaak in het buitenland. Vooral in de zomermaanden ben je druk met Sportways Internationaal. Vertel! Wat motiveert je? Allereerst vind ik Sportways een fantastische organisatie. Ze zijn by far de beste hockeykampen/clinics leverancier ter wereld. Ik werk er al sinds 2001. Dat zegt genoeg. De eerste jaren vond ik het bijvoorbeeld mooi om elkaar te inspireren en te motiveren met de trainers onderling opdat de kinderen het leuk hebben. Naarmate de jaren verstreken, merkte ik dat de kinderen, maar ook de opleiders meer kennis en inhoud wilden hebben om ervoor te zorgen dat er meer jeugd gaat hockeyen, maar ook zodanig dat de jeugd die hockeyt meer stappen gaat maken. Deze balans, coach de coach/train de trainer, zorgt er ook voor dat de kinderen weer beter worden. Samen spelen door samen te werken.

Kinderen trainen is je passie en gebleken is dat ze ook heel graag door jou getraind worden, je tricks en challenges zijn beroemd! Wat is je geheim om bij hen die tomeloze energie los te krijgen? Het hockeyspelletje is zo ontzettend leuk en breed. Het maakt niet uit of je tophockey speelt of net begint, maar als je zelf goed opgeleid bent, is het spelletje met bal en stick altijd leuk. Vernieuwend werken doe je onder andere door met trucjes te spelen en daarvan leer je heel veel, plus je houdt het ook leuk voor de kinderen. Ik werk niet. Zo voelt het tenminste. Training geven is mijn grootste plezier. Ik geef van jong tot oud training. Het plezier van de kleintjes tot aan de prestatie en het leermoment van de training. Daar haal ik balans uit. Balans is de sleutel tot mijn succes en daarbij: buiten spelen is toch het mooiste wat er is?

Zelf heb je als kind veel gereisd met je ouders en overal en nergens gewoond. Hoe heb je dat ervaren en hoe pas je die kennis en ervaring toe? Ook in mijn eigen opvoeding, mijn ouders zijn inmiddels overleden, heb ik veel van ze geleerd. Doe wat je leuk vindt, dan leef je met een grote glimlach. Het vele reizen heeft ervoor gezorgd dat ik leergierig ben geworden naar andere culturen. Afgelopen jaar ben ik in Oostenrijk, Zimbabwe en Bermuda geweest. Allemaal hockey-based. Ik merk dat ik het leuk vind om de culturen te leren kennen maar ook om kennis te delen. Weer die balans.

Je hebt iets heel bijzonders meegemaakt afgelopen zomer in Bermuda, maar los daarvan ook heel veel mooie momenten. Wat maakte het zo speciaal? Ik ben vrijgezel en heb geen kinderen. Dat is mijn persoonlijke keuze, maar als aan het einde van die week Sportways de kinderen naar me toe komen en die blijdschap met mij delen, dan ga je niet alleen met een glimlach naar huis maar ook met een warm hart. Er was tijd voor cultuur, balans en vriendschap. Niet alleen in Bermuda overigens maar ook in Zimbabwe en Oostenrijk. Dat inspireert me om weer training te geven en terug te gaan naar het hockeyveld.

Wat is je lievelingseten? Oosters is heel lekker, altijd goed.

Welke muziek stream je graag? Muziek van singer-songwriters, vanwege het verhaal wat erachter zit. Dat inspireert me.

Wat is je top-tip voor talenten van de toekomst? Twee dingen: Luister nooit naar je ouders 😉 & doe waar je goed in bent en geniet daar vooral van.

Zorg niet voor het perfecte moment, maar zorg dat je het perfecte moment maakt”!

 

 

 

 

 

Leave a Reply