Skip to main content

De eerstecompetitiehelft zit er op! De eerste kaarten zijn geschud in de Promotieklasseen met Meisjes D1 is het tijd om te kijken hoe de meiden zich ontwikkeldhebben. Maar vooral… ZAALHOCKEY! 

Het spelletje met de balken, kleiner veld, andere technieken en regels… Een geweldige periode voor spelers. Handelingssnelheid moet zo verschrikkelijk hoogliggen, je bent afhankelijk van teamdiscipline en hoe sterk je kunt verdedigen.Een corner kan wedstrijd bepalend zijn en een keeper kan in de zaal ook echt een onmisbare rol spelen. En dan heb ik het niet over die speler met dat hesje aan…..

Coaches in de toplijn hebben meestal een dubbel gevoel over de zaal. Ze vindenhet spel meestal fantastisch door de tactische aard ervan, maar het levert toch ook altijd een hoop gezeik op. Selecties maken, minder speeltijd om te verdelen over spelers en op de een of andere manier lijken ouders ineens heel veelaandacht te besteden aan het behalen van prijzen. Toch moet ik zeggen, dat ik als coach mezelf toch wel tactisch en mentaal het meest ontwikkeld heb tijdens de zaalperiodes. Het omgaan met succesmomenten en teleurstellingen, maar ook het belang van keuzes maken. Soms confronterend, maar ook waanzinnig leerzaam. Regelmatig ging ik als jong meisje huilend naar huis als ik keuzes had moeten maken waar mensen het niet mee eens waren. Lees: ouders die op je af kwamen en je even vertelden dat je de wereld van hun kind in had laten storten. Mijn telefoon stond in die tijd altijd rood gloeiend met woedende ouders. Ligt dit dan aan die ouders? Niet altijd, in dit soort periodes en met deze leeftijdscategorieën is heldere communicatie écht key. En daar ben ik echt beter in geworden. 

Mijn mooiste herinneringen heb ik als coach met JD1 twee jaar geleden. Een waanzinnig getalenteerde groep jongens met een ongelofelijke winnaarsmentaliteit. Maar bovenal: heel erg slim en creatief. Een heerlijkeploeg om in de zaal mee te werken. Hun grootste valkuil? Discipline.. En het verwerken van teleurstellingen. We wonnen een voorbereidingstoernooi, werden districtskampioen en uiteindelijk stonden we op het NK. Daar kwam die valkuil naar boven. Het omgaan met spanningen en druk.. Maar niet alleen voor dejongens, ook voor mij als coach. Teleurstellend werden we vierde, maar de ervaringen die we daar haalden, waren voor ons de reden dat we op het veld uiteindelijk succesvol waren. Spelers waren verdedigend beter geworden,herkenden tactische systemen en hun handelings snelheid lag een stuk hoger dan voor de winterstop.

Als speelster vond ik het vroeger ook fantastisch! Vooral omdat ik technisch geen hele creatieve speelster was. Ik moest het vooral hebben van mijn passing, verdedigende acties en spelinzicht. Ieder jaar verheugde ik mij weer op dat moment dat mijn mega handschoen aan mocht. Hoogtepunt? Het NK met MC1 waar we tweede werden. Mijn allerbeste zaalwedstrijd ooit, maar waar wij een 2-0 voorsprong bij rust weggaven en 2-4 verloren van Union, de meiden die 5 jaar later mijn teamgenoten werden. Helaas heb ik sinds ik de overstap maakte vanaf Den Bosch niet meer in de zaal gespeeld. Maar MOP heeft veel in mij losgemaakt. Het begon weer te kriebelen en Ageeth kon mij overtuigen dat het net is als fietsen, dat je het niet kan verleren. Mijn reactie: “Zeker, maar er is een verschil tussen fietsen en wielrennen…”.                 

De insteek van de zaal is bij MOP wel echt anders. Het is vooral bedoeld om ervoor te zorgen dat we zo sterk mogelijk aan de tweede seizoenshelft op het veld beginnen. Natuurlijk willen we ook winnen, maar dit is niet ten koste van alles. Speelsters krijgen in de zaal de kans om zich te ontwikkelen op puntendie ze in het veld niet zo snel doen. Ik wil mij dit jaar graag verbeteren in mijn aanvallende actie. En eigenlijk bleek ik technisch met dank aan al hettraining geven bij Hockeysupport en Den Bosch, te beschikken over hele mooie ‘zaaltechnieken’. Dus kwam Ageeth met een bijzonder idee: Fred in de spits. Doodeng, maar nu een best logische keuze. Ik kan goed verdedigen, wat in de press in de zaal heel goed van pas komt, ben technisch redelijk verzorgd maar wil leren te versnellen, startsnelheid opbouwen enschijn in mijn actie creëeren. Geen betere plek in het veld om dat te oefenen dan voorin. Heb ik altijd rendement? Nee absoluut niet, maar ik krijg vanuit mijn teamgenoten en de staf vooral de kans om te oefenen en beter te worden. Een trainingscultuur die in de zaal heel zeldzaam, maar ook waardevol is.

Bij MD1 is de insteek van het zaalhockey sinds dit jaar ook veranderd. Dat heeft te maken met het verdwijnen van de kampioenschappen in de D. Wat ik daarvan vind? ABSOLUUT BELACHELIJK. Als kind heb ik de allermooiste maar ook meest leerzame herinneringen aan deze momenten. En niet alleen omdat ik dan in de selectiegroep zat, of omdat we wonnen.. Maar de hele ambiance, het feit dat je in het kringgesprek op maandag kon opscheppen dat je op het Nederlands Kampioenschap was geweest. Waar spelen we nu om bij de D? Een Mickey Mousecompetitie. Ik vind het werkelijk waar idioot. We willen opleiden, dus ook spelers om leren gaan met druk. Het jaar daarop moeten mijn meisjes er toch ook aan geloven? Moeten ze ineens “Super C” en “play-offs”spelen?! Ook het idee dat de mini’s niet meer mogen vieren dat ze kampioen worden omdat dat ‘onsportief’ is voor de tegenstander… Pfffff zucht. We slaan een beetje door als je het mij vraagt. Kinderen moeten écht mentaal sterker gaan worden hoor. Niet alleen vanwege de sport, maar ook voor hun socialeontwikkeling. Daar horen dit soort dingen gewoon bij. Dus ook het afvallen ofhalen van een selectie. 

Hoe ik nu om ga met de zaal met MD1? Zoveel mogelijk ervaring op laten doen met spelsystemen, verdedigende technieken en aanname/passing. We tekenen samen alles uit in hun boekje. Meisjes presenteren in filmpjes aan elkaar in de WhatsApp groep de press en de opbouw. Alles wordt eerlijk doorgewisseld en iedereen zit even vaak op de tribune. Wat ik dan doe met die speelsters die niet spelen? Zij vormen de basis van de rustbespreking. In tweetallen analyseren zij in hun boekje de press en de opbouw. Wat ging er goed? Wat kan er beter? Zij komen in de rust aan het woord. Belangrijke tip voor coaches: zorg ervoor dat de meiden op iedere manier betrokken kunnen blijven. Wat dus centraal staat: ontwikkeling. 

Tja en MOP? We gaan het zien! Ik vind het vooral ontzettend leuk en het is waanzinnig voor mijn conditie en loopvermogen. Wie weet lees je ooit nog eens terug hoe ik een goaltje maak… De wonderen zijn de wereld nog niet uit! 

De Hockeynerd

Leave a Reply